Wat kan ik doen als de omvormer afslaat door te hoge netspanning?

(Foutcode: 103 ‘Netstoring’ of ‘VAC BFR’)

Juli 2022

1. Inleiding

Elke omvormer heeft een ingebouwd mechanisme dat ervoor zorgt dat hij zich automatisch loskoppelt van het net wanneer hij detecteert dat de zogenaamde ‘netparameters’ niet meer in orde zijn. Het gaat hierbij vooral om de spanning en de frequentie op het net. Normaal gesproken ligt de netfrequentie in Europa op 50 Hertz, en de netspanning op het laagspanningsnet rond de 230 Volt.

De limietwaarden waarbij de omvormer zich van het net moet loskoppelen, zijn wettelijk bepaald in een landnorm. Voor België zijn deze normen gedefinieerd in de C10/11 norm, voor Nederland zijn dit de EN50549-1 norm voor kleine installaties, en de EN50549-2 norm voor de grote installaties. Eén belangrijke limiet is de bovengrens van de netspanning: wanneer de netspanning die door de omvormer wordt gemeten, boven deze waarde uitkomt, dan moet de omvormer zich loskoppelen om het net stabiel te houden en de spanning in huis veilig te houden. Technisch is hij in staat om gewoon door te blijven produceren.

Een omvormer die vermogen in het net injecteert, drijft altijd de spanning op het net een beetje op, vergelijkbaar met een verbruikstoestel (bijvoorbeeld een wasmachine) dat vermogen afneemt, de spanning een beetje doet dalen. Het komt wel eens voor dat omvormers op zonnige momenten veel vermogen willen injecteren, terwijl er op dat moment weinig wordt afgenomen. Wanneer het elektriciteitsnet op dat moment het vermogen niet goed kan afvoeren, leidt dat tot een steeds verder oplopende spanning. De spanning kan zelfs zo hoog oplopen, dat de limietwaarde wordt bereikt waardoor de omvormer zich automatisch van het net scheidt. De omvormer vertoont dan de volgende foutcode:

  • Netstoring (103) voor de modellen met groot display of met WebUI (Smart Screen)

  • VAC BFR voor de modellen met klein display.

Gevolg: de zon schijnt hard en de zonnestroominstallatie produceert niets! 

1.1 Wat kunnen we hieraan doen?

In dit document overlopen we de verschillende mogelijkheden om dit probleem op te lossen. Controleer eerst of u met de correcte landinstellingen werkt. Incorrecte landinstellingen zijn vaak de oorzaak van deze foutmelding. Zo herkent u de fout in Sunny Portal

Zo herkent u de fout in Sunny Portal

2. Zo stelt u de landcode correct in

We merken dat in het verleden bij het plaatsen van de omvormer de landcode vaak niet werd ingesteld. Daardoor werkt hij niet volgens de juiste instellingen, met netstoring tot gevolg. Controleer de landcode en pas aan naar de meest recente landnorm indien mogelijk.

  • voor België: C10/11:2019

  • voor Nederland: EN50549-1:2018

Indien de recentere landcodes niet beschikbaar zijn voor uw toestel (ook niet na firmware update), volg dan de stappen uit hoofdstuk 5 Netbewakingsparameters.

3. Het geïnjecteerd vermogen afvoeren

Het is belangrijk dat het net voldoende transportcapaciteit heeft om het aangeboden vermogen af te voeren. De kabels die van de omvormer naar de meterkast lopen moeten dus voldoende dik zijn. De benodigde dikte hangt af van de lengte van de kabels: als een omvormer ver weg hangt van de meterkast, kies dan voor een dikkere kabel. In Sunny Design Web kan u uitrekenen hoe dik de kabel minstens moet zijn. Waar mogelijk raden wij aan om de afstand tussen omvormer en meterkast zo klein mogelijk te houden. Meer info kunt u vinden in het artikel: Waar plaats ik het best de omvormer in een zonnestroominstallatie?

Slechte contacten kunnen ook leiden tot spanningsverschillen: controleer of de kabels goed zijn aangebracht, zowel in de aansluiting met de omvormer (AC-klemmen) als in eventuele werkschakelaars en installatieautomaten.

Verder is het aan te raden om grootverbruikers zoals elektrische auto, warmtepomp en thuisbatterij, aan te sluiten op dezelfde fase als de (monofasige) zonnestroomomvormer én aan te sturen wanneer er overschot is aan zonnestroom. Binnen het SMA Home Energy Solution neemt Sunny Home Manager deze taak op zich. Hij houdt hierbij rekening met verwachte productie en verbruik.

4. Waarom veranderen van fase?

Het kan wel eens gebeuren dat in een woonwijk toevallig meerdere zonnestroominstallaties op dezelfde fase invoeren. Dat kan ertoe leiden dat de spanning op die fase hoger is dan op de andere twee. Laat indien mogelijk de omvormer op een andere fase invoeren om problemen te voorkomen.

5. De netbewakingsparameters instellen

Netbewakingsparameters behoren tot de parameters die door de landinstellingen worden gewijzigd. In België zijn de vereiste netbewakingsparameters gedefinieerd in de ‘C10/11:2019’ norm. In Nederland wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van de Europese netcode ‘EN50549-1:2018’ voor installaties tot 1MW.

Voor installaties die vroeger ingesteld waren op de oude Belgische landnorm ‘C10/11’ of de oude Nederlandse landnorm ‘NEN EN 50438:2013’ (of ouder) ligt de ogenblikkelijke bovengrens van de netspanning op 253 V. Voor installaties groter dan 3 x 16 A in Nederland lag vroeger de bovengrens zelfs maar op 243,8 V.

Met de huidige landcodes is de ogenblikkelijke bovengrens vastgelegd op 264,5V en speelt de parameter ‘beveiliging tegen spanningsstijging’ de grootste rol. Deze veiligheidsparameter wordt het vaakst overschreden (de gemiddelde spanning over 10 minuten mag niet hoger dan 253V liggen), met afschakeling tot gevolg.

Van installaties die de oude setting nog aanhouden, mogen de parameters aangepast worden aan de huidige.

Stel nooit hogere waarden in dan de vastgelegde waarden. U verhoogt de spanning naar een waarde die onveilig is voor alle andere elektrische apparatuur in huis bij de klant! U draagt als installateur de verantwoordelijkheid hiervoor.

6. Wat als de problemen aanhouden?

Indien u de gehele installatie hebt nagekeken volgens de punten hierboven en u overspanning aan de netzijde vermoedt, kunt u bij de netbeheerder navragen om dit op zonnige momenten na te kijken.

In Vlaanderen heeft Fluvius een actieplan voor deze problemen opgezet. U kunt bij hen problemen melden.

Zie ook dit artikel over hetzelfde onderwerp.